De ondergang van de ‘Van Imhoff’

De ‘Van Imhoff’ was een KPM-schip dat door de Nederlands-Indische regering was gevorderd om geïnterneerde Duitse burgers vanuit Sibolga in Sumatra naar Bombay in Brits-Indië te vervoeren.

Aan boord het KPM-schip bevonden zich 473 Duitse gevangenen. De Duitsers behoorden tot de groep van circa 2800 gevangen genomen burgers die in Indië verbleven of woonachtig waren en op 10 mei 1940, vlak na de Duitse inval in Nederland, werden opgepakt.
Veelal op grond van het simpele feit dat ze Duitsers van geboorte waren, werden ze als staatsgevaarlijk beschouwd en gevangen gezet in diverse kampen in Indië. Vanuit deze centra werden de mannen later in 1940 bijeengebracht in een nieuw kamp in Atjeh op Sumatra, Lawé-singalagala.
Beducht voor het oprukkende Japanse leger werd besloten de gehele Duitse kampbezetting van circa 2300 man over te brengen naar Bombay Brits-Indië. In drie transporten zouden de Duitsers worden overgebracht. Twee eerdere boten bereikten Bombay maar het derde transport met de ‘Van Imhoff’ werd op 18 januari 1942 getroffen door een torpedo uit een Japans gevechtsvliegtuig.
Gedurende hun gevangenschap werden de Duitsers meedogenloos behandeld door hun Nederlandse bewakers. Ook tijdens de transporten werden ze onderdeks in veel te kleine ruimten geperst die bovendien aan alle kanten waren afgegrendeld met prikkeldraad. De Nederlandse bemanning ontsnapte in de reddingsboten, de Duitsers werden aan hun lot overgelaten; 441 van hen verdronken. Onder hen Walter Spies, de zo belangrijke Balinese kunstenaar.

Plaats een reactie