De Commissie van Goede Diensten (CGD)

Ná de 1ste Politionele actie werd eind augustus
1947 de Commissie van Goede Diensten ingesteld.
Leden: voor Indonesië de Australier
Richard Kirby, voor Nederland de Belg Paul van
Zeeland en namens Amerika, achtereenvolgens
Frank Graham, Court DuBois en Merle Cochran.

Met de 1ste Politionele actie werden belangrijke economische
gebieden veroverend op Java en Sumatra. Wat
dat betreft was de Operatie Product een militair succes.
Maar de verwachtte instorting van de Republiek vond
niet plaats.
Onder grote internationale druk van de VN werd een
Commissie van Goede Diensten voorgesteld die de
onderhandelingen tussen Nederland en Indonesië op
gang moest brengen. Die Commissie kwam op 22
oktober 1947 in Batavia aan. Als uitgangspunt van de
voorbereidende bespreking diende het eerder getekende
Linggadjati Verdrag.
Een akkoord tussen Nederland en Indonesië zou plaatsvinden
op neutraal terrein, daarvoor lag even buiten
Batavia de Amerikaanse kruiser USS Renville voor anker.

Januari 1948 werd de zogenoemde Renville Overeenkomst
getekend. De overeenkomst betrof een
wapenstilstand, waarbij demarcatielijnen werden vastgesteld
door beide partijen. Tevens zou een evacuatie
moeten plaatsvinden van aanwezige Republikeinse
militairen op door Nederland veroverd grondgebied.
Hiermee hoopte Nederland dat de moordende guerrilla
zou afnemen. En dat juist werd niet bewaarheid.
De Nederlandse legerleiding had het gevoel dat het
karwei nog niet af was. Het Republikeinse regeringscentrum
in Djokjakarta vormde nog een vuiltje in het
oog van generaal Spoor dat moest worden weggewist.

Plaats een reactie