Het erf van de desabewoner


Naast het werk op de sawah verzorgt de
landbouwer zijn erf rond de desawoning. De
omvang van de grond wordt uitgedrukt in de
Indische landmaat ‘bouw’. Erf en tuintje dienen
voor de teelt van vruchten en groenten voor de
eigen consumptie.

“Die oom van jou in desa Tjikalong heeft ook een grote
vruchtentuin, zeg”.
“Ja, ongeveer driekwart bouw, maar hoeveel vierkante
meter dat eigenlijk is, weet ik niet”.
“Nou, één bouw is 7.096,50 m², dus ¾ bouw is circa
5.322 m², dat is ongeveer 53 are of iets meer dan een
½ hectare”.
“Goh, je lijkt wel een landmeter zeg”.
“Ik zag allerlei soorten vruchtbomen staan. Als ik even
terugdenk heeft hij vruchtbomen zoals nangka, rode
djamboe bol, witte djamboe air, malindjo, doekoe,
ramboetan, doerian, mangga, mangistan, ook nog een
paar klapper- en palmoliebomen en bamboe.
En dan zag ik in zijn groentetuin ook nog, oebi, boontjes,
katjang pandjang, kool, tomaat, lemoen.
Hij kan met zijn gezinnetje gemakkelijk van al die
vruchten en groenten leven, maar het lijkt mij toch te
veel voor zijn gezin”.
“Nou ja, zijn vrouw verkoopt de vruchten en groenten
natuurlijk op de pasar. En soms ruilen ze vruchten voor
andere zaken die ze nodig hebben, zoals
huishoudartikelen of keukengerei of textiel of garen, dat
soort dingen. Daarnaast geeft hij af en toe gewoon iets
weg”.
“Hij is zeker veel in zijn tuin bezig?”.
“Eerst het werk op de sawah. En dan pas de tuin. Dat is
wat je noemt echte kontri laif”.

4 gedachten over “Het erf van de desabewoner

  1. Typisch de prototype van MARHAEN.( Soekarno doctrine).
    De zelfvoorzienende boer, de vrije man.
    In bezit van grond en productiemiddelen .

    • Ja, bovendien mocht die grond niet aan Nederlanders worden verkocht. Goede bescherming! Bij verhuur kon de tani zichzelf ook verhuren. Werd veel gedaan bij de suikerindustrie.

  2. “Kontri laif” sounds a lot like “country life” How did that get there, it the English were never there…?

Plaats een reactie