De Badoei gemeenschap is op herhaald aan-dringen van de Indonesische regering flexibe-ler geworden in de omgang met anderen. Trektochten door Badoei Loear en Badoei Dalam begeleid door gidsen zijn toegestaan.
The Jakarta Post, Bambang Parlupi, 2 februari 2006
De geloofsopvattingen van de Badoei (zij noemen zichzelf ‘Orang Kanakes’ naar de naam van hun grondgebied) worden aangeduid met de naam “Soenda Wiwitan” (oorspronkelijk Soendanees). Het zijn oud-Soendanese, hindoe-boeddhistische maar ook animistische overtuigingen. Als streng geïsoleerd levende mandalagemeenschap streven zij naar harmonie met het aardse en het hemelse. Hun levensfilosofie is gericht op eenvoud van leven en eerlijkheid in gedrag. Hierbij valt de nadruk op het vinden van een evenwicht tussen natuurbehoud en levensomgeving, hetgeen tot uiting komt in hun principiële levensopvatting “Goenung oelah dileboer, lebak oelah diroesak”, bergen moeten nooit worden blootgelegd en (oer)wouden nooit vernietigd.
Reeds in de koloniale tijd verkregen zij een status aparte. Zij werden gevrijwaard van belastingheffing, ‘herendiensten’, Indonesische bestuurders en leerplicht, zij wilden niet ontwikkeld worden.
In het moderne Indonesië blijft hun bevoorrechte positie gehandhaafd hetgeen zij voor een groot deel danken aan hun reputatie als hoogstaande mystici.
Onderwerping aan de vele verboden en de strenge naleving hiervan binnen de Badoei-gemeenschap blijft heden ten dage nog onverkort van kracht. Toch is sprake van een voorzichtige toenadering tot de buitenwereld. Onder strikte voorwaarden kan men nu bepaalde delen van het Badoei-gebied betreden.
meer lezen: http://visitbaduyvillage.com/
Mijn eerste kennismaking met een Baduy luar was ongeveer 50 jr geleden.
Op een dag staan 2 vreemde mannen in het zwart gekleed , blootvoets en vroeg of ze meneer X kon ontmoeten.
Ze hebben opdracht van hun Pu’un (Baduy Dalam) om bepaalde zaken te regelen en willen de zoon van een oud districthoofd uit Balaraja ( nu provincie Banten) ontmoeten .
Soms komen ze 1 dag bij ons logeren , en slapen gewoon op de grond op een tikar .
Willen alleen maar wit rijst eten , eventueel sambel en ikan asin (zoute vis).En drinken alleen air putih.
Telor( eieren) mogen ze niet ( bisi katagihan).
Ze gaan ook te voet , vanaf hun woongebied.gaan ze op reis in opdracht van hun Pu’un Dalam.
Op gegeven moment kwamen ze niet meer .
Tegenwoordig komen toeristen om naar hun dorp te bezoeken.
Zoals bij hun verre “neven en nichten”in Kampung Naga , die meer open staan t.o.v de buitenwereld.
Geachte Surya Atmadja. Met belangstelling uw reactie gelezen. En tot mijn verassing zag ik uw naam en moest ik denken aan de verhalen die mijn moeder vertelde over nachtelijke bezoekers die bij haar Opa in Cibulakan kwamen.
De naam van mijn moeder: Siti Radna Dewi Kuraisin Aju binti Suriaatmadja ( tegenwoordige spelling wellicht Surya Atmadja?)
Ik wil graag met u in contact komen .
,
Beste Bradley,
Ik gebruik de nickname van mijn moederskant.
Rd E.S.S.Atmadja (binti) Rd Kandoeroean S.Atmadja (bin) Rd Kandoeroean S.Mihardja.
Ze gebruiken de bin(zoon van ), binti (dochter van )toevoeging niet meer sinds ze in het verleden verbonden waren als ambtenaren/leraren bij de Nederlands Indische “Gupernemen”.
Ze kwamen uit Ciamis (ooit de Galuh vorstendom).
Het verhaal van de Badui Luar die bij ons kwamen heeft mee te maken met de roots van mijn vader en de binnenlandse bestuursfunctie van mijn opa . Met roots in de oude Mataram II (Midden Java).
De link met Banten is als ik me niet vergis via de echtgenoot van mijn tante Mr Hilman Mangkudidjaja.
Een neef van mijn opa (een Tubagus)zat ook bij de Inlandse BB, alleen weet ik zijn naam niet meer , we hebben nooit kontakten gehad.
Tegenwoordig spelling (EYD 1972) , Surya Atmadja is van sanskrit : de kinderen van (Batara Surja) = de zonne god wordt tegenwoordig Surya Atmaja.
In vele gevallen zijn het dan samen gestelde nieuwe namen .
Tot omstreeks 1950 gebruiken de meeste Indonesiers vaak nog geen familie namen.
De nakomelingen van “oude” (familie)namen houden hun oude namen vast ( oude spelling) , volgens de Van Ophuijzen spelling.
Als je een Indonesische stamboom zoekt, kan je proberen via google indonesia, en dan intikken SILSILAH en de familienaam.